top of page
PXL_20230221_122944826.jpg

Mijn Kijk op Opvoeding

Ruimte maken voor wat echt telt

Opvoeding begint bij gezien worden


Voor mij begint opvoeden niet bij regels, maar bij erkenning. Bij écht gezien worden, voordat er iets verwacht wordt. Opvoeding is geen lineair proces waarin je gedrag corrigeert tot het ‘past’, maar een voortdurend samenspel tussen nabijheid, begrenzing en vertrouwen. Jongeren ontwikkelen zich niet vanuit druk, maar vanuit relatie. Als opvoeder – of dat nu als ouder, docent of begeleider is – heb je de taak een ruimte te creëren waarin veiligheid en richting hand in hand gaan.

 

De rol van de opvoeder door alle levensfasen heen


Een kind doorloopt in haar ontwikkeling verschillende fasen – van de volledige afhankelijkheid van een baby tot de autonomie van jongvolwassenheid. In elke fase is de rol van de opvoeder anders, maar nooit onbelangrijk. Mijn opvoedvisie is geïnspireerd door pedagogen als Reggio Emilia, John Bowlby en Lev Vygotsky, maar vooral gevormd door de jongeren die ik begeleid en door mijn Ander.
 

  • In de babyfase: is veiligheid alles. De opvoeder is een baken van rust en nabijheid. Het kind leert vertrouwen in de wereld via de relatie met de opvoeder. 

  • In de peuter- en kleuterfase: is het de taak van de opvoeder om grenzen te bieden waarbinnen nieuwsgierigheid en zelfstandigheid ontstaan. Hier begint sturing betekenis te krijgen. 

  • In de kindertijd: ontstaat een behoefte aan richting en betekenis. De opvoeder wordt gids en voorbeeld: een veilige spiegel waarin kinderen kunnen reflecteren en groeien.

  • In de adolescentie: verschuift de rol naar die van coach. Jongeren hebben ruimte nodig, maar ook duidelijke kaders en vertrouwen. Hier is nabijheid geen controle, maar een onzichtbare aanwezigheid die het zelfvertrouwen voedt.

  • In jongvolwassenheid: verandert opvoeding in begeleiding op afstand. De jongere moet haar eigen keuzes leren maken, maar weten dat ze nooit alleen is.

​

Elke fase vraagt iets anders – zachtheid, structuur, loslaten. Maar altijd blijft de kern: nabijheid én richting.

 

Mijn visie op opvoedingsstijlen

 

Op basis van het klassieke model van opvoedingsstijlen – waarin ‘warmte & genegenheid’ en ‘sturing’ elkaar kruisen – herken ik vier benaderingen: permissief, autoritair, laissez-faire en autoritatief. 

De opvoedingsstijl die het meest aansluit bij mijn visie is de autoritatieve stijl: hoog in warmte, hoog in sturing. Dit is geen stijl van controle, maar van betrokken begrenzing. Het is de stijl waarin opvoeders én nabij zijn én richting geven. Waar jongeren niet aan hun lot worden overgelaten (zoals in laissez-faire of permissieve stijlen), maar ook niet worden onderdrukt door autoriteit.

In mijn werk en in hoe ik naar opvoeding kijk, geloof ik dat autoritatief opvoeden vraagt om een voortdurende balans: luisteren, leiden, loslaten en opnieuw verbinden.
 

Opvoeding als uitnodiging tot ontwikkeling
 

Mijn kijk op opvoeding is geworteld in een vertrouwenspedagogische benadering. Ik geloof dat jongeren pas écht kunnen groeien als ze zich veilig, serieus genomen en gezien voelen. Dat betekent: niet opvoeden om te controleren, maar om te dragen. Niet werken naar gedrag, maar naar betekenis. En altijd met de vraag in gedachten: wat heeft deze jongere nu nodig om zich mens te voelen?

Opvoeden is voor mij geen plicht, maar een belofte – aan degene die je nu begeleidt én aan degene die ooit je Ander zal zijn. Alles wat ik doe, schrijf, bouw of begeleid, is doordrenkt van dat perspectief: dat zij die nog komt, zal voelen dat deze wereld haar ruimte geeft om zichzelf te worden.

Of ik nu in een klas sta, een startup bouw of in stilte een brief schrijf aan haar die ik nog niet ken – alles wat ik doe, is een uitnodiging tot groei. Voor mijn studenten. Voor de kinderen die we samen begeleiden. En voor de Ander, die me herinnert aan de wereld die ik wil achterlaten.

©2025 by AuroraEdge

bottom of page